Geert Van Hijfte is autodidact en is altijd onderweg. Te voet, vaak op de fiets en ook wel met de auto. Wars van alle techniciteit en wars van alle regels registreert hij de dingen die hij tegenkomt. Een gordijn, een zeelijn, een verlaten hoek in een bruisende stad. Weinig mens in beeld. Soms wel. Maar niet altijd voluit.
Alles is wat het is en niets is wat het lijkt. Neem nu een foto. De fotomaker gaat op pad en registreert een moment waar vorm, kleur en beweging bij elkaar komen. Een spel van (on)scherpte en diepte. En beweging. Want niets staat stil. Ook de fotomaker niet.
De foto’s zijn nooit bewust onscherp, schuin en in beweging. Maar zijn dat zeker wel. Bijna altijd. De fotomaker wil schilderen met zijn opnames. Het toestel vliegt van links naar rechts. Van boven naar onder. Ogenschijnlijk onwillekeurig. Maar schijn bedriegt. Reflexcamera, pocketcamera, smartphone,… Maakt allemaal niets uit.
Als communicatieman weet Geert Van Hijfte beter dan wie ook dat beeld het tegenwoordig meestal haalt van het woord. Als professioneel grafisch ontwerper werkt hij daar dagelijks graag aan mee. Door cadrage. Maar evengoed door geen cadrage. Vaak is het als toeschouwer zelfs even zoeken. Naar betekenis. Naar vorm. Maar zijn we daar niet allemaal mee bezig. De schoonheid van het leven zit in kleine dingen. Zo ook in een foto die – al was het maar voor even – ons doet nadenken. Als bron, als inspiratie om verder te kunnen. Met ons dagelijks leven.
Road to nowhere
David Byrne’s genialiteit zit vervat in het nummer ‘Road to nowhere’. Van Hijfte maakt drie werkjes rond en met dat nummer. Op draf, in een collage van on the road-foto’s. Op ontdekking tijdens de nacht. Onderweg naar ergens. Of naar nergens.